Ecologische Systemen. De theorie van Urie Bronfenbrenner

‘It takes a village to raise a child’ is een algemeen gezegde dat onder ander uitdrukt, dat de sociale omgeving een grote invloed heeft op de ontwikkeling van een kind. Jongeren worden door hun omgeving geprikkeld initiatief te nemen waardoor hun groei en ontwikkeling geactiveerd wordt (Van der Wal en De Wilde, 2017). Reageert de omgeving positief op de initiatieven, ook als het kind fouten maakt, zorgt dat voor een veilig en ondersteunend klimaat waar kinderen en jongeren kunnen experimenteren (Van der Wal en De Wilde, 2017). Dit wordt ook het nurture principe genoemd. Van der Wal en de Wilde definiëren het als een ontwikkeling van de mens in interactie met hun sociale omgeving (2017, p. 42). 

 

Naarmate kinderen ouder worden, wordt ook hun omgeving en belevingswereld groter. Er gaan steeds meer deuren voor ze open die een bron van mogelijkheden tot ontwikkeling bieden. Steeds meer verschillende ontwikkelingsfactoren hebben met toenemende leeftijd invloed op de ontwikkeling. 

 

Urie Bronfenbrenner, een Amerikaanse ontwikkelingspsycholoog, deed hier onderzoek naar en werd bekend door zijn theorie over de menselijke ontwikkeling. Hij beschreef de omgeving van een opgroeiende mens als een ecologisch systeem dat als een soort ui uit verschillende, met elkaar in verband staande lagen of zogenoemde omgevingsfactoren bestaat, die invloed hebben op de identiteitsontwikkeling. Deze lagen heeft hij benoemd en in een model (afbeelding 1) samengevoegd. 

Afbeelding 1: Het model van Bronfenbrenner 

 

Het gehele systeem bestaat uit vijf elementen die volgens Bronfenbrenner rond ieder individu bestaan (Van der Wal en De Wilde, 2017) en die hij als volgt beschrijft: 

 

1) en 2) Het Micro- en mesosysteem 

Het microsysteem bestaat uit de directe leefomgeving van een kind of adolescent zoals het gezin, de schoolomgeving en de vriendenkring. Deze factoren hebben een directe invloed op de adolescent en zijn van actieve en interactieve aard die voor iedereen uniek is. De interactie tussen de factoren uit het microsysteem worden weergegeven in het mesosysteem.  
Hier gaat het voornamelijk om de invloed van deze relaties op het IK, de adolescent. Positieve relaties ondersteunen de ontwikkeling, slechte relaties kunnen juist averechtse invloed hebben. Dat de adolescent ouders heeft is dus niet het belangrijkst, maar de relatie tussen beide ouders onderling speelt een belangrijke rol. Steeds maar ruziënde ouders zijn niet alleen een slecht voorbeeld maar bevorderen geen veilige thuissituatie voor de adolescent.  
Volgens Van der Wal en De Wilde (2017) heeft het gezin een grote invloed op de identiteitsontwikkeling van de adolescent. Adolescenten zijn immers materieel en emotioneel afhankelijk van hen. Ook wordt het geweten van het IK sterk beïnvloed door de normen en waarden, die in het gezin en de onmiddellijke omgeving (zoals school, nadere familie, religieuze omgeving, naaste vriendenkring) van een kind gehandhaafd worden. Het gedrag van ouders wordt in eerste instantie door kinderen overgenomen. Het zogenoemde oervertrouwen is de basis en van essentieel belang voor de ontwikkeling. Het ontbreken kan leiden tot psychische klachten of problemen in de volwassenheid.  

 

  • Het Exosysteem 

Een individu maakt volgens Bronfenbrenner niet direct deel uit van het exosysteem maar toch kunnen de exo-factoren invloed hebben op de ontwikkeling van de adolescent. Een factor kan bijvoorbeeld de werkplek van de ouders zijn. Werken ouders fulltime en/of zijn de werktijden flexibel? Hoeveel contacturen heeft de adolescent met zijn ouders? Ook de woonplaats speelt een grote rol. Woont de adolescent landelijk of in de stad? Welke voorzieningen biedt een woonplaats en hoe is de kwaliteit van de plaatselijke school waar iemand naartoe gaat? Welke media (kranten, radio, televisie) zijn beschikbaar en/of worden door de omgevende maatschappij gevolgd? 

 

  • Macrosysteem

De uiterste ring van het model omvat de waarden en normen van de omgevende (nationale en regionale) maatschappij, diens economische situatie en overkoepelende culturele waarden en opvattingen. Volgens David Riesman (Van der Wal en De Wilde, 2017) leveren bepaalde maatschappijen een bepaalde type mens op, waarbij ook de etniciteit van mensen een belangrijke rol kan spelen. Vaak speelt de etnische afkomst ook een belangrijke rol als het om groepen van mensen gaat die door migratie in een (zeer) andere omgeving terecht komen, waardoor culturele waarden en normen met de maatschappij waar men terecht komt kunnen botsen en vervolgens stof voor conflicten kunnen opleveren.  
 

  • Het Chronosysteem (Tijdssysteem) 

Hieronder vallen gebeurtenissen uit het verleden en daaruit voortkomende ontwikkelingen, die invloed hebben op de vooraf genoemde systemen in het heden. Zo kan de tweede wereldoorlog bijvoorbeeld nog steeds van invloed zijn doordat gebeurtenissen uit deze periode invloed hebben op een gezinssituatie in de vorm van nog steeds bestaande (intra- of interpersoonlijke) conflicten of psychische gevolgen waarmee men binnen een gezin om moet gaan. Een andere invloed van het tijdssysteem is, dat door met de tijd veranderende technische mogelijkheden (voorbeeld: de opkomst van het internet en sociale media), politieke situaties (bijvoorbeeld de “val van de muur” in Duitsland) of economische veranderingen (vooruit- of achteruitgaande economieën zoals in Duitsland na de tweede wereldoorlog of in Zimbabwe in de afgelopen ruim twintig jaar) nieuwe of andere situaties ontstaan, die grote invloed kunnen hebben op ontwikkelingen binnen het Meso-, Micro-, Exo- én Macrosysteem.